Tijdens onze reis voor het Diaconaal project van de HGJB ontmoette ik Lucy, 18 jaar. Ze is wat verlegen. Haast aarzelend geeft ze antwoord op mijn vragen. Maar opeens verandert het verlegen meisje in een zelfbewuste jonge vrouw, als ze vertelt hoe het is om in Mozambique op te groeien. Het leven is niet makkelijk als jongere in Mozambique. Toch gelooft Lucy dat zij als jongere het verschil kan maken. Daar is moed voor nodig. ‘Want’, zegt Lucy, ‘zonder moed bereik je niets.’
Eerlijk is eerlijk: Lucy heeft het nog behoorlijk getroffen. Weliswaar heeft ook zij geen stromend water en geen elektriciteit en moet ze douchen met een emmer water, opgewarmd op een vuurtje. Elke dag eet ze maïspap, dus
er is weinig variatie en ze krijgt weinig vitamines binnen. Maar Lucy heeft het geluk dat ze naar school kan, wat voor veel andere kinderen niet is weggelegd omdat hun ouders het schoolgeld niet kunnen betalen. Acht
euro: voor ons is het niets, voor hen is het een kapitaal. Daarom gaan de meeste kinderen slechts een paar jaar naar de basisschool, waar ze een beetje leren lezen en schrijven. Maar Lucy kan verder kijken en heeft zelfs
het plan om naar de universiteit te gaan. Een droom waar ze al lang naar uitkijkt.
Een talent
Als kind kreeg Lucy een droom, waarin God haar duidelijk maakte dat Hij haar het talent heeft gegeven om voor anderen te zorgen. Terwijl ze erover vertelt, beginnen haar ogen te stralen. ‘Ik wil het talent dat God mij heeft
gegeven echt gebruiken. Daarom wil ik graag een medische studie doen, zodat ik verpleegkundige kan worden. God heeft zoveel voor mij gedaan! Ik wil en kan daarom niet anders. Regelmatig bid ik of God me wil helpen goed te doen en oog te hebben voor de mensen om mij heen.’
Ook nu al gaat ze het liefst op bezoek bij mensen in het ziekenhuis. Ze haalt water voor de patiënten of maakt wat eten voor hen klaar. Niet iedereen in haar omgeving vond dat zo’n goed plan. Haar vader heeft lang geprobeerd haar te ontmoedigen: ‘Wat moet je toch tussen al die mensen met wonden en bloed?’, verzuchtte hij dan. Inmiddels is ook hij ervan overtuigd dat God een plan heeft met het leven van zijn dochter en is hij hard op zoek naar een plek waar ze tijdens haar studie kan wonen. De universiteit is in Tête, zo’n 400 km van hun woonplaats. Het is voor het hele gezin een grote stap.
Niet makkelijk
Het leven als christen is in Mozambique niet makkelijk. Dit land is één van de weinige landen in Afrika waar christenen een minderheid vormen. Jarenlang zijn ze onderdrukt en vonden kerkdiensten in het diepste geheim plaats. Lucy merkt dit in het contact met haar leeftijdsgenoten. Ze vragen haar waarom ze zo actief is voor de kerk en vinden het raar dat ze nog steeds niet getrouwd is. Veel van hen trouwen voor hun achttiende jaar. Ze hopen op een beter leven of worden door hun ouders uitgehuwelijkt voor een mooie bruidsschat.
De kerk heeft Lucy andere waarden geleerd: liefde, trouw en naastenliefde. Haar vrienden begrijpen niet dat Lucy verder wil studeren voor verpleegkundige. ‘Er zijn mannen die je nodig hebben en een vrouw hoort niet te studeren’, is hun overtuiging.
Wees sterk
Toch is Lucy standvastig. Maar dat lukt haar niet alleen. Gelukkig is ze betrokken bij de jeugdgroep van de kerk. Ze geniet enorm van de bijbellessen, waarin ze nieuwe dingen uit de Bijbel leert. Zelf heeft ze geen Bijbel, dus probeert ze zo goed mogelijk alles te onthouden. Regelmatig gaan ze met de jeugdgroep op bezoek bij andere jongeren die het moeilijk hebben of al even niet in de kerk zijn geweest. Ook zieken en weduwen worden bezocht. Ze bemoedigen hen met woorden uit de Bijbel. Lucy vindt het geweldig om zo samen in gesprek te zijn over het geloof, maar ook om praktische hulp te kunnen bieden. Het bemoedigt haar en helpt haar om vol te houden. Als ik haar vraag welk advies ze zou willen geven aan christenen in Nederland, valt ze even stil. Dan zegt ze: ‘Jullie moeten sterk zijn! Als christen kan er veel op je af komen, maar blijf bidden. Zoek toegewijd met hart en ziel het goede voor mensen om je heen. En doe het met moed. Want zonder moed bereik je niets!’