Ronald Garita – voorganger Cartago
Het was op een retraite dat de predikant Ronald Garita, voormalig aardappelhandelaar, erachter kwam dat hij zijn gemeente het halve Evangelie had verkondigd. De diensten in de gemeente van Cartago waren prachtig, maar de blik was naar binnen gericht.
Hebreeën 13:15-16 laat precies zien wat de bedoeling is van kerk-zijn. Daarom staat heto p de muur van het kerkgebouw geschreven. Vers 15 bracht de gemeente van Cartago al in de praktijk, vers 16 hebben ze moeten leren. Ds. Garita: ‘Jezus bracht ook het grootste deel van zijn tijd door op straat, niet in de tempel.’
Hebreeën 13:
15Laten wij dan altijd door Hem een lofoffer brengen aan God, namelijk de vrucht van lippen die Zijn Naam belijden. 16En vergeet het weldoen en het onderlinge hulpbetoon niet, want aan zulke offers heeft God een welgevallen.
Vijftien jaar geleden sloeg ds. Ronald Garita een andere weg in. Gegrepen door Mattheüs 25 besefte hij dat Jezus spreekt over het koninkrijk van God, wat breder is dan alleen de kerk. Maar hoe neem je de gemeente mee in zo’n omslag? Hij nam er een jaar de tijd voor. Ook vroeg hij vergeving aan God en aan de gemeente voor het verkondigen van een half Evangelie. De jaren erna ging hij de gemeente erin voor.
Hoe dat werkt? Ds. Garita gebruikt het beeld van Mozes in de woestijn op het moment dat er geen water meer is. Mozes roept het uit naar God: ‘Wat moet ik nu?’ ‘Wat heb je in je hand?’ vraagt God, ‘Een verdroogde stok. Gebruik die dan!’ Zo worden we opgeroepen om te gebruiken wat we hebben gekregen.
Als je op een maandag deze kerk bezoekt is die niet gesloten. Het is een drukte van belang; kinderen rennen rond in de opvang, vanuit de keuken komt een heerlijke geur je tegemoet en achter een volgende deur zit een groep bejaarde mannen die ooit alleen op straat leefden, maar nu een thuis gevonden hebben.